|
|
|
|
|
|
|
Een paar voorbeelden uit 'Let op je woorden, schat!': |
|
Wil je nog een bak thee, Rie? (bacterie) Wie gaat er met Anna bowlen? (anabolen) Ik geloof niet in sekten! (insecten) Kan Arie Piet niet bellen? (kanariepiet) Jack pot al zijn geld op. (jackpot) Wat zijn je benen dik Tine! (benedictine)
|
||
|